Sneldichten ter plekke; of Alfred Valstar en ik zin hadden om tijdens de toernee van de Ashtonbrothers in ‘Ashtoniatown’ (op dat moment in Apeldoorn) gedichten wilden schrijven op aanvraag van het publiek. Niet op een podium gelukkig, maar naast het podium in een hoekje terwijl mensen van hun avondeten genoten. We hadden geen idee wat we ons daarbij moesten voorstellen en zeiden: ja.
En dat was leuk! Achter een typemachine met heuse typex (wie kent dat nog?) een gedicht op aanvraag schrijven. Daar doe je dan zo’n beetje een kwartier over, ontdekten we. Eerst een gesprekje, dan een poging die meteen definitief is want een delete-knop zit er niet op een typemachine. Een vraag van een verlegen meisje dat geen idee had waar een gedicht over zou moeten gaan, maar wel op dansen zat. Vriendinnen die eindelijk eens de tijd gevonden hadden om samen een avondje uit te gaan. Een vrouw die haar man een dag had ‘ontvoerd’ op zijn verjaardag en allemaal dingen had bedacht die hij leuk vond … Daar zit je dan. Je maakt er wat van, de mensen zijn er blij mee en je leert dat een vers dat nou niet bepaald literair te noemen is op dat moment het beste gedicht van de wereld is.