De meteorologische herfst is aangebroken en dat zullen we weten ook. Maar de laatste weekenden van de ‘zomer’ waren warm, strandweer. Op een van die dagen was ik op het strand. Ik had zojuist van Ab de Haas gehoord dat hij graag een gedicht over de Portugese fad0-zangeres Carminho wilde hebben voor zijn radioprogramma El Mundo. O sol, eu e tu, heet een van haar nummers. Het gaat over het strand, de liefde en het neemt je mee. Nam mij mee. Zittend op het strand boorde Carminho’s bruine ogen zich steeds meer in mijn gedachten, golfde haar muziek me tegemoet.
JUBELKLACHT
terwijl een man in een zwembroek
praat tegen zijn hond, windschermen
met gekleurde strepen het oneindige
verdelen, een kind zijn moeder roept
– het zag een kwal –
en zij de zeester wijst, hem insmeert
en de wind de geur van olie geeft,
boren bruine ogen zich in de branding
van mijn gedachten, kleeft de melodie
aan het water dat zich terugtrekt van
het strand om in hoge golven terug
te keren, als die man achter een glas,
de moeder het kind toedekt en alleen
wij de zee nog horen, alleen wij lachen
om het knisperen van nagloeiend land
en de tranen van de fado sporen lekken,
opgaan en verdwijnen in akoestisch zand
terwijl wij een warme trui aantrekken
©Fiet van Beek