Gedichten lees ik pas sinds een jaar of dertien, schreef ik ergens op deze website. Dat is waar, maar pas sinds kort herinner ik me dat ik al veel eerder gedichten hoorde. Heel veel eerder. Vorig jaar tijdens een vakantie met mijn broer en twee van mijn zussen, realiseerde ik me opeens dat het mijn vader was die mijn oren in aanraking bracht met poëzie. Tijdens het avondeten reciteerde hij wel eens een van zijn favoriete gedichten. Een daarvan was de Erlkönig, een gedicht van Johann Wolfgang von Goethe. Als ik de tekst lees, hóór ik het hem voordragen. Hetzelfde geldt voor ‘De spoortrein’ van Jacqueline E. van der Waals (uit de bloemlezing Gebroken kleuren). Ik denk er zelfs aan als ik in de trein meemaak wat erin beschreven staat. De laatste strofe waarin het vers een geestelijke wending krijgt, kan ik me niet van vroeger herinneren. Dat was ongetwijfeld te hoog gegrepen voor het kleintje dat ik toen was. ‘De spoortrein’ is het eerste gastgedicht dat ik koos in 2016. Zie het maar als een ode aan de dichteres en een knipoog aan mijn helaas al meer dan twintig jaar overleden vader.
Lees de volledige tekst hier.