Een gezonken schip op de Reede van Texel, ergens rond 1650, geeft eeuwen later haar schatten prijs. Het Palmhoutwrak was al bekend om de roodachtige zijden jurk die erin gevonden werd. Maar er was meer. Op 11 november werd de vondst van een tweede jurk onthuld; er bleek ook een bruidsjurk aan boord. Niet wit zoals wij tegenwoordig gewend zijn, maar wel chique. Begin 17e eeuw trouwde je in je allerbeste jurk en in dit geval was dat een jurk met een zilveren hartenpatroon erin verwerkt. Bij kaarslicht een ‘glitterjurk’. Van wie de jurk was?

Vanaf 12 november is de silverdress te zien in de museumkelder van museum Kaap Skil. Het onderstaande gedicht droeg ik voor op de opening van de tentoonstelling.

PRONKSTUK

Net opgevouwen in een kist,

is er een trouwjurk opgedoken;

eeuwen verborgen in een wrak,

alleen door zeevonk bijgelicht.

 

Helaas, de bruid wordt nog vermist,

haar stand en naam zijn ongewis,

hoewel het zeker is dat zij een rijke

dame was. Heeft zij dit zijdezacht

 

gewaad in stijl gedragen? En straalde 

haar gezicht in deze zilveren glans

of is een heerschap opgedrongen,

werd zij gedwongen schat gemaakt?

 

Met passie is het kleed geweven,

zelfs harten werden meegegeven

in een doorlopend feestpatroon

van glinsterende liefdesknopen.

 

Ontworpen voor de hoogtijdagen,

beschermd met kogels en kanonnen

maar toch gestrand, en diep gezonken,

bedekt met vele lagen zand.

 

Vergane glorie werd het niet,

opnieuw oogst ze bewondering;

de glamour kan nog jaren door.

Maar van de bruid ontbreekt elk spoor.

 

 

Fiet van Beek,

Eilanddichter