Laatste dag (dag 8): Overkanters en Texelaars
Het zit erop. De dagen zijn omgevlogen. Wat zagen we veel mensen, vogels, vlinders, schapen. Wat hoorden we de wind en de vogels. Wat genoten we van Utopia en de Schorren, prachtige gebieden onder beheer van Natuurmonumenten. Honderden mensen deden de Pipowagen even aan, stelden hun vraag of kwamen met een verhaal of foto. Tot besluit van mijn serie blogs 5 vragen van toeristen (hier ook wel overkanters genoemd) die wij bijzonder vonden en 5 tips die wij van Texelaars kregen.
Vijf vragen:
– blijft het zo waaien vandaag?
– zijn er ook teken in de Schorren?
– heeft u een doekje? Ik heb vogelpoep in mijn haar.
– er is geen industrie op Texel, leven de mensen daardoor ook langer?
– kunt u mij vertellen waar ik binnen een uur in het wild een zeehond kan zien?
En dan de tips van Texelaars, vol met verhalen:
1. Maak de ruiten van je kachel schoon met oude thee.
2. Als je door het slib gaat, leun dan op je voorvoet zodat je laars niet vastzuigt.
3. Als je met je verrekijker onder de douche wilt, koop dan een tonnetje.
4. Schep de schelpen van oesters, kokkels en mosselen in de aarde rondom aardappelplanten, dan bevriezen je aardappels niet.
5. Doe oesters in de magnetron. Dan gaan ze open en worden ze hard zodat je ze in blokjes kan snijden en door de snert doen.
Tot slot: ik heb mijn best gedaan om het hier saai te vinden zoals velen mij voorspelden, maar het is geen moment gelukt. Sorry jongens. Ik voel me meer thuis bij de opmerking van een Vlaamse dame die een praatje kwam maken: ‘het is hier verkwikkend’. Of om toch dichterlijk te eindigen: domweg gelukkig in Utopia.
Dag zeven: vogel met eigen bestek
Natuurbeschermers en vogelaars komen naar Utopia vanwege de grote sterns, maar het zijn de lepelaars die ‘gewone’ voorbijgangers in vervoering brengen. We hebben de telescoop dan ook standaard op een lepelaar gericht, want dat is wat de meeste mensen willen zien. De oh’s en ah’s zijn niet van de lucht als ze een om voedsel bedelend jong zien. Of het moment spotten dat het de snavel in de keelzak van de oudervogel stopt om daar te eten van het voedsel dat omhoog komt uit de krop. De lepelaar is zonder meer de publiekslieveling. Het is dan ook bijzonder handig dat we een lijstje hebben met vogelnamen in verschillende talen, zodat we nu ook weten dat de Duiters hem Löffler noemen, de Fransen spatule blanche en de Engelsen spoonbill. De Noren, Italianen en Spanjaarden die we met handen en voeten spraken konden we gelukkig wijzen op een grote foto van de lepelaar die de buitenkant van de Pipowagen siert. Ze noemden dan zelf de naam in hun taal, die ik helaas niet onthouden heb. Mijn lieveling hier is de sierlijke kluut, maar ik kan er goed inkomen dat mensen zo genieten van de grote witte verschijning die stofzuigend door het water gaat met een lepel aan het eind van zijn snavel. Vogel met eigen bestek staat er op een poster van Natuurmonumenten die gretig aftrek vindt bij kinderen. De meeste van de mensen vertellen we dat er in de Schorren, de Geul en de Muy jaarlijks honderden lepelaars broeden en dat ze hier mede zo goed gedijen omdat er geen vossen op Texel zijn. Waarvan acte.
Dieet
Een lepelaarsjong op de Wadden
Vroeg of ze nog stekelbaars hadden
Hij kreeg tot zijn spijt
Garnaal als ontbijt
En vatte toen sprot bij de kladden
18 juli 2015, Fiet van Beek
Dag zes: alarm
Het gebeurt meerdere keren per dag. Een wolk van sterns vliegt op onder aanzwellend en aanhoudend gekrijs. Een buizerd of bruine kiekendief nadert, een slechtvalk misschien. Alleen win je dat nooit, dus wordt er gezamenlijk een hoop kabaal gemaakt, in paniek een witte wolk gevormd en ontstaat er een kluwen beweging. Moeilijker mikken en kiezen voor een roofvogel. Vaak ook is het vals alarm en zitten ze al weer snel op de grond en was het achteraf gezien een oefening voor als er echt wat aan de hand is. Een overbodige luxe is dat niet. Naast Utopia achter een dijkje is akkerland waar de bruine kiekendief vaak rondzwerft. Aan de waddenkant boven de Schorren nemen we dagelijks een biddende torenvalk waar. Het beest mist een staartveer waardoor we weten dat het steeds dezelfde is. Knap om zo doodstil in de lucht te hangen terwijl er toch flinke windvlagen zijn (vannacht sliepen we trouwens met windkracht 5 in een deinende Pipowagen). Vanmorgen kwam er een slechtvalk langs om te snacken, maar hij ging met een lege maag naar huis. Dit keer. Gisteren zaten we tijdens ons avondeten te kijken naar een paar bergeenden die met acht kleintjes onze kant op zwommen. Leuk gezicht, zeiden we tegen elkaar. We hadden het nog niet gezegd of een zilvermeeuw vloog over. Hij griste een van de pullen uit het water. En toen waren er nog maar zeven. Een van de oudereenden ging er met een ongekende felheid nog achteraan maar tevergeefs. Vanmorgen tijdens ons ontbijt zagen we ze weer. Er waren er nu nog vier….
Gevaar
Paniek, een witte wolk stijgt op,
wirwar van vleugels scheert en krijst,
snavels geslepen. Een stip dreigt,
hoog boven de horizon nog.
17 juli 2015, Fiet van Beek
Dag vijf: monitoren nieuwe stijl
Activiteit:
monitoren* nieuwe stijl, ochtendronde langs 1 kilometer waddendijk op schaaphoogte
Tijd:
7.30-8.30
Weer:
zonnig met stapelwolken, droog, nauwelijks wind.
Meegenomen:
verrekijker, fototoestel, plastic zak.
Aangetroffen:
23 peuken, waarvan 21 met filter (opgestuurd voor DNA-onderzoek). Drie stukken plastic touw (oranje, blauw, zwart). Een leeg doosje Gauloises (blauw) met daarin een eveneens lege verpakking van Sportlife (blauw met wit). Een witte plastic dop. Flarden landbouwplastic in wit, zwart en blauw. Dauwnatte tissues (stuk of 20 meegenomen, rest laten liggen). Een vol knijpzakje sinaasappelsap met rietje. Een gescheurde Twix-verpakking. Drie maal plastic verpakking van papieren zakdoeken (Tempo, Spar, onduidelijk). Plastic blad klimop (groen met nepnerven). Halve plastic bloempot (roodbruin). Vier stukken van een plastic bekertje (wit). Plastic deksel: doorzichtig. Wikkel mueslireep (oranje, blauw, high energy). Een tyrib (wit).
Status:
voorgaande verwijderd.
Bijzonderheden:
Rolklaver (geel), bloeiende distels (paars), kleine vuurvlinders (bruin, oranje)
Opvolging:
blog schrijven, volgende keer handschoenen mee.
* = verzamelen van meetgegevens volgens een vaste strategie
Dag vier: eieren op palen
De Schorren. Die woorden zouden op ons kunnen slaan. Alleen gisteren al kwamen er zo’n 400 mensen langs de Pipowagen, waarvan een kwart een praatje kwam maken of om informatie vroeg. We praten ons de blaren op de tong, dat u niet denkt dat we het hier saai hebben of eenzaam. De Schorren is een buitendijks natuurgebied, ontstaan door de speling van eb en vloed. Als de vloed opkomt, wordt Texel omspoeld uit twee kanten. Eerst komt het opkomende water via het Mardsiep tussen Texel en Den Helder, wat later door het zeegat tussen Texel en Vlieland. Waar de stromingen elkaar raken valt het water stil en wordt zand en slib afgezet. Zo zijn de Schorren -deze week onze achtertuin- ontstaan, veroorzaakt door wat men wantij noemt. In dit vogelrijk gebied groeien allerlei planten die het zilte aankunnen. Het is niet vrij toegankelijk voor publiek. Wel worden er zo nu en dan excursies georganiseerd waar je op kunt intekenen. Ik ging vandaag met zo’n tocht mee, proefde de zeekraal en zag de Pipowagen vanaf het wad. Dit jaar hebben er 130 paar lepelaars in de Schorren gebroed en voor het eerst ook aalscholvers. Een voorjaarsstorm zette het gebied eind maart nog onder water, maar richtte weinig schade aan, al spoelden er wel wat nesten weg. Als er ‘gewoon’ te hoog water verwacht wordt, helpt men de natuur door de eieren van de lepelaars tijdelijk te verleggen naar houten palen en daarna weer in het nest. Eieren op palen; wie verzint er zoiets?
Wantij
Linksom, rechtsom, komend water;
tegenstroom brengt tot elkaar.
Stilaan rust tot uren later
het nieuwe land ontstaat, juist daar.
15 juli 2015, Fiet van Beek
Dag drie: een mooie uitvaart
Af en aan, heen en weer, op en neer. Honderden, nee, ik overdrijf niet, duizenden keren per dag vliegen de grote sterns en visdieven van Utopia naar het wad en vice versa. Ze komen terug met een zojuist verschalkt visje in de snavel, geven een krakend -ik-kom-eraan-signaal en duwen hun jongen een zandspierinkje, haring of sprot in de strot. Zo vormen ze een continue luchtbrug tussen binnen- en buitenland. De te overbruggen afstand is te overzien, maar succes beslist niet verzekerd. Kok- en mantelmeeuwen eten graag mee en proberen vader- en moederstern zo gek te krijgen dat ze het visje onderweg laten vallen. Een jonge vogelaar vertelde me dat hij met zijn vader uren op de waddendijk had gezeten om te kijken hoe vaak een grote stern succes met vissen heeft. Zij kwamen op een score van 50%. Gelukkig voor de ouders leggen ze maar een of twee eieren per jaar en hoeven ze niet nog meer magen te vullen. Het is een prachtig gezicht, die overvliegende sterns met een afhangend visje tussen de snavel. Nog nooit zo’n mooie uitvaart gezien.
Spiering
Geboren en getogen
op zanderige bodem
waar trek van eb en vloed regeert.
In scholen samenlevend,
niet rekenend op bidden
van grote stern, die jagend
zich naar beneden stort,
zijn weg omhoog vervolgt
met goed gevulde snavel.
Luchtdoop voor een zandaal
als hoogtepunt nog even
spartelend te blinken in de zon,
om roemloos af te dalen
en te verglijden in de keel
van een op te vetten jong.
14 juli 2015, Fiet van Beek
Dag twee: slapen vogels ’s nachts?
Een eerste nachtje in vreemde omgeving en onbekend bed is altijd wat onwennig. Als ik dan ’s nachts wakker word, weet ik even niet waar ik ben. Normaal gesproken tenminste, niet in de Pipowagen. Toen ik ’s nachts even bij mijn positieven dreigde te komen, hoorde ik meteen de vogelgeluiden. Dag en nacht gaat dat door. Slapen vogels ’s nachts niet? Ik zou het haast gaan denken. Hoera, ik lig op Texel op een waddendijk.
Vanmorgen stond er een droogvaltocht met de TX10 op het programma. Ik maakte dat al eerder mee en bleef bij de Pipowagen om mijn natuurmaatje de kans te geven in te schepen in Oudeschild. Je vaart langs de Bolle waar zeehonden liggen en gaat naar een droogvallende zandplaat die bij het Balgzand hoort. Daar loop je -als het eb is- een uurtje op een zandplaat waarop bij vloed een meter water staat. Alfred Valstar schreef een paar maanden geleden een kwatrijn naar aanleiding van zo’n tocht (zie hieronder). Ik leerde er destijds dat de scheermessen (langwerpige schelpen) die je vaak plat op het strand ziet liggen, rechtop in het zand staan als het schelpdiertje nog leeft. En dat grijze zeehonden in juni en juli jongen en het vetpercentage van hun moedermelk 40% bedraagt. Zonder die kennis valt ongetwijfeld te leven, maar ik vind het leuk om die weetjes van anderen te horen. De meeste mensen die even stilhouden bij de Pipowagen ook. De een stelt een vraag: zitten hier alleen meeuwen? Is die vogel daar met die oranje snavel een strandplevier? Wat is een goede vogelgids? De ander vertelt wat hij net zag: twee kleine zilverreigers bij de Cocksdorp, bij ons in Almere zie je alleen grote. Of: ik heb een foto van een gans gemaakt die op Texel geringd is. En weer anderen vertellen wat hun passie is: ik heb siereenden thuis en ben lid van Aviornis, kent u dat? Of: wij hadden een fotozaak, dure verrekijker heeft u daar. Ook kwam er een bioloog langs die me vertelde dat wadvogels geen dag- en nachtritme hebben, maar een eb-en-vloed-ritme. Ze volgen het ritme van hun eten. Ik zal er aan denken vannacht.
BALGZAND
Wad is land dat alleen van water is,
bij droogte wel toevalt maar pas gewist,
onder water, tot hervinding kan stromen:
onveranderlijk veranderlijk gedicht.
Alfred Valstar, 20 april 2015
Dag één: Utopia, is dat een hotel?
Utopia, zei ik tegen een mevrouw op het veer die me vroeg waar ik heenging. Is dat een hotel, vroeg ze. Nee, een natuurgebied. Staat daar dan een hotel, was de wedervraag. Nee, een Pipowagen. Ze keek me aan of ik gek was. Ik ben daar een weekje wadwachter, vervolgde ik. O, wadlopen, nou veel plezier dan en weg was ze.
Ze is niet de enige die ik in de afgelopen tijd heb uitgelegd wat ik deze week ga doen. Bij de meesten kon ik wat meer vertellen. Over dat Utopia al lang bestaat, dat er eerst bollenvelden waren en pas vijf jaar geleden is omgevormd tot een natuurgebied van Natuurmonumenten. Dat er eilandjes zijn aangelegd en dat er dit jaar 6000 broedparen grote sterns zaten. Bij aankomst vanmiddag zag ik meteen dat het grootste deel daarvan vertrokken is. Twee weken geleden waren de schelpenstrandjes nog wit van de sterns, nu is dat aanzienlijk minder.
Terwijl ik dit schrijf huilt de wind om de Pipowagen en kijk ik uit op Utopia. Aan de andere kant is de waddendijk waarachter de Schorren liggen en waar morgen de zon opgaat. De eerste bezoekers kwamen al langs, twee Nederlanders die twee Amerikanen het land laten zien. Zijn er ook lepelaars? Jawel, door de scoop zelfs goed te zien. Ze vonden het prachtig en ik ben het met ze eens. Welkom in Utopia.
Utopia
Een hek blokkeert de weg
de dijk gereserveerd
voor wie door spierkracht voortbeweegt.
Geronk verstomt
geblaat overstemd
door rust uit duizenden
vogelkelen. Utopia,
walhalla naast het wad
waar zon het eiland
wakker kust.
12 juli 2015, Fiet van Beek
Dag nul: wadwachter in een Pipowagen
Wat hebben een clown en een vogel met elkaar te maken? Als mij dat vorig jaar gevraagd was, had ik gedacht aan het clowneske voorkomen van een papegaaiduiker met die dikke gestreepte snavel. Of aan de scholekster die er met die lange oranje snavel toch ook wat komisch merkwaardig uitziet. Stel je me die vraag nu, dan denk ik meteen aan de Pipowagen op Texel. Komende week ben ik als wadwachter 24/7 op een waddendijk te vinden. Mijn natuurmaatje en ik zitten daar tussen de Schorren (buitendijks) en Utopia (binnendijks) en worden voortdurend vergezeld door duizenden vogels: grote sterns, eidereenden, grauwe ganzen, scholeksters (ja toch), visdieven, lepelaars. Stil zal het er dus niet zijn. We verwachten veel bezoek van passerende fietsers en wandelaars die een praatje komen maken en wiens vragen we gaan beantwoorden. Als ze het leuk vinden, kunnen ze door een telescoopverrekijker kijken zodat je zelfs de veren van de vogels kunt onderscheiden. De Pipowagen is ons onderkomen en het circus speelt zich af rondom ons. Wat een geweldig idee van Natuurmonumenten. Al betreed ik de piste morgen pas, ik word er nu al vrolijk van. Op mijn blog zal ik er dagelijks verslag van doen, al dan niet met een paar versregels. Dag vogels, dag bloemen, dag volgers.