In Nederland werd de eerste stadsdichter benoemd in 1993 (Venlo). In 2015 kreeg Texel de eerste officiële eilanddichter. Decennia daarvoor had Texel al haar eigen volksdichter in Huib ‘de Rijmelaar’, die van 1931-1964 meer dan 1000 gedichten schreef in de Texelse Courant. Huib de Rijmelaar (1905-1971) schreef over uiteenlopende Texelse actualiteiten. Zijn echte naam was Huib Fenijn. Onder die naam publiceerde hij ook landelijk bekende religieuze gedichten. Deze lezenaar die in Den Burg staat is in 2005 gemaakt ter gelegenheid van zijn 100e geboortedag. Het is een eerbetoon aan ‘De Rijmelaar’ en tegelijkertijd een stimulans voor jong en oud om over Texel gedichten te schrijven en publiceren. De lezenaar krijgt een nieuwe plaats en heeft een opknapbeurt ondergaan. Hij staat nu in het groen bij De Branding en het gebouw van de Texelse Courant. 

De eilanddichter Fiet van Beek zorgt ervoor dat er steeds nieuwe gedichten in komen. 

DE EERSTE EILANDDICHTER

Na meer dan 100 jaar, gaat zijn naam nog rond,

de rijmelaar, die Texels nieuws tot verzen bond,

tot teksten die de Tesselaar waarderen kan en kon.

 

Hij inspireert tot op vandaag, zet pennen aan

het werk, brengt vingers op het toetsenbord en taal

terug met verse klanken op een nieuwe plaats.

 

Dicht bij de krant waar het begon, naast een wijkplek

voor het hart. Texels wel en wee werd mild doorspekt

met humor en venijn, maar in zijn zinnen trekt

 

ook de kikker eropuit, bericht hij over licht,

vliegt als vlinder naar de haven die veilig is.

Van alle markten thuis, nog altijd van gewicht.

 

We schrijven nazaten en eilanddichters bij,

eenieder in de eigen stijl, maar Huib Fenijn,

de Rijmelaar, zal voorgoed de eerste zijn.

 

Fiet van Beek, 
eilanddichter