Het stond niet in de oproep. Het werd niet besproken tijdens het sollicitatiegesprek. Daar ging het over minimaal zes gedichten schrijven over Texel en wat ik me zoal voorstelde bij het eilanddichterschap. Die zes gedichten leken me geen probleem. Dat werden ze ook niet, want ik heb net even nageteld hoeveel gedichten ik in mijn eerste jaar als eilanddichter geschreven heb en dat bleken er 18. Meer dan ik dacht.
Bij mijn aantreden noteerde de Texelse Courant dat Texel voor mij ‘een bron van inspiratie’ is. Zo is het nog steeds. Doordat de redactie de eilandgedichten vaak op een vaste plek op de voorpagina plaatste – waarvoor enorm veel dank! – werden ze gezien en gelezen. Naarmate het jaar vorderde kreeg ik steeds meer verzoeken om te schrijven over een bepaalde plek of bij een evenement of gebeurtenis. Ik hoopte op dat heen-en-weer en ben er blij mee dat het ook zo gelopen is.
Maar … bij al die bijzondere gelegenheden hoorden ook verrassingen. En verrassingen zijn geen verrassingen als iedereen het al weet. Dus mondje dicht over het wereldnieuws van de trouwjurk in Kaap Skil. Niet praten over de naam van het veteranenbiertje dat gelanceerd zou worden op de veteranenmiddag. Tegen niemand zeggen dat de directeur-bestuurder van Woontij met zijn collega een zelfgemaakt lied zou zingen en begeleiden op de gitaar tijdens een door hen georganiseerde ‘netwerkbijeenkomst’. En wie de eerste Dries zou winnen, was ook top secret tot op de avond van 18 januari. U wist dat allemaal niet van tevoren dus het is me gelukt. Lastig is het wel als je op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente uitgebreid staat te praten met de winnares van De Dries die nog van niets wist, maar over wie ik net een gedicht had afgerond.
Voorlopig ben ik er nog wel even, maar ik raad de sollicitatiecommissie voor de volgende eilanddichter aan vooral te vragen of diegene goed is in het omgaan met vertrouwelijkheden. Tot die tijd bewaar ik uw geheimen. Mijn lippen zijn verzegeld. Ik zwijg als het graf. Tot aan de voordracht!
Fiet van Beek,
eilanddichter